PAUWELS Carolus Franciscus: APOLOGETIEKRomen's Compendia, Roermond-Maaseik, J.J. Romen, 1948, 785pDEEL 1. OVER DE GODSDIENSTHOOFDSTUK I. INLEIDING§ I. GELOOF EN GODSDIENST1. Volgens de moderne opvatting behoort het behandelen van het onderwerp godsdienst niet tot de taak van deapologetica. In methodisch opzicht is dit juist en zouden we moeten verwijzen naar de godsdienstfilosofie en-geschiedenis.2. De godsdienst houdt echter nauw verband met de door de apologetica behandelde onderwerpen zodat een in-leidende verhandeling daarover hier niet gemist kan worden, te meer omdat de cursussen in de apologetica ergewoonlijk over moeten spreken bij gebrek aan afzonderlijke cursussen in de godsdienstwetenschap.3. De apologetica behandelt als eigen onderwerp de openbaring van God die de mensen gelovig moeten aan-vaarden, wat dan door de apologetica tegenover het verstand wordt verantwoord. Dat God spreekt en dat demensen in Hem geloven, vormt slechts 1 der vele verhoudingen waarin de mens tegenover God staat; daarnaastmoet hij God beminnen, dienen, enz. Openbaring en geloof moeten daarom bezien worden in het kader van detotale verhouding van de mens tegenover God en dat kader wordt gevormd door de godsdienst.4. Wanneer God tot de mensen spreekt, zegt Hij, volgens de katholieke leer over openbaring en geloof, iets be-paalds over de verhouding waarin Hij de mensen tegenover Zichzelf heeft gesteld en over de consequenties diede mensen daaruit moeten trekken. Krachtens openbaring en geloof komen de mensen dus ook tot een bepaaldegodsdienst. Daarmee stellen zij zich tegenover het godsdienstig indifferentisme, dat niet aan één ware gods-dienst gelooft en alle godsdiensten als absoluut of betrekkelijk gelijkwaardig beschouwt.5. Volgens de katholieke leer komt de goddelijke openbaring tot de mensen door de prediking van het leergezagvan de Kerk; er is dus een menselijke, maar gezaghebbende instantie ingeschakeld, die zich op Gods instellingberoept. Dit leergezag is echter slechts een ...
204
0