Peter Schmidt: De H. Geest in het Nieuwe Testament (Jota?)Paulus vertoont een uitgesproken voorliefde voor de term 'pneuma/geest'. Paulus gebruikt de term meer enverscheidener dan gelijk welke andere auteur van het Nieuwe Testament. Meestal echter is het moeilijk omuit te maken in hoeverre hij daarmee Gods geest bedoelt. Wat bedoelt hij bv. als hij schrijft: 'De letter doodt,maar de geest maakt levend (2 Ko 3,6)?' Of: 'De Heer nu is de geest, en waar de geest des Heren is, daar isvrijheid... Zo werkt de Heer, die geest is (2 Ko 3,17v)'? In vele gevallen weet men niet of men eenhoofdletter moet gebruiken of niet.Ongetwijfeld gebruikt Paulus vaak de term in antropologische zin, zoals wij dit doen, als psychologischefunctie, affectieve ingesteldheid of gezindheid. Hij vermaant zijn christenen tot een 'geest vanzachtmoedigheid' (Gal 6,1; 1 Ko 4,21). Hij zegt dat hij 'geen rust vond voor zijn geest', dat Titus' geest doorde Korintische broeders verkwikt werd (2 Ko 2,123; 7,13). 'Heel uw wezen, geest, ziel en lichaam, mogeongerept zijn', van het ongehuwde meisje zegt hij dat ze zich aan de dingen van de Heer toewijdt om heilig tezijn 'naar lichaam en geest' (1 Th 5, 23; 1 Ko 7,34). Frequenter vinden we een gebruik in theologische zin: hijverbindt de geest met God, Christus en het evangelie, dan nog is de waaier van betekenis-nuances uitgebreid.Ik wil hier op 3 belangrijke aspecten wijzen.Vlees en geest: Paulus gebruikt die tegenstellende correlatie in diverse contexten: Rm 7-8, Gal 4-5, Fil 3,3v.Vlees en geest duiden bij Paulus niet op de dualiteit tussen het lichamelijke en geestelijke in de mens. Hijvertrekt van de bijbelse betekenis van 'basar/vlees': de mens of de mensheid in haar totaliteit. 'Vlees'kenmerkt de mens als onderscheiden van God, als schepsel, denk aan uitdrukkingen zoals 'niet vlees en bloedhebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is' (Mt 16,17); 'Geen vlees zal tegenover Godgerechtvaardigd worden' (Rm 3,20); 'Opdat geen vlees zou roemen...