Frans de Maeseneer: Biecht en zondagsmis, een kwestie van moeten?Leuven, Sintal, 1972De verplichting van de zondagsmisDe verplichting van de zondagsmis is niet louter konventioneel. Alsof de kerk zomaar, gelijk watzou kunnen voorschrijven. De kerk steunt op iets: op een joodse traditie en op de verrijzenis vanChristus. Zonder deze historische achtergrond is het kerkelijk voorschrift arbitrair.De joden, onze ouders in het geloof, waren godsdienstige mensen. De aarde, het water, de mensen,de dieren, de dagen, alles wat ademt en leeft, had voor hen een sakrale betekenis. Geen magischebetekenis; de profeten waakten over deze mogelijke ontaarding. Voor hen was de volheid van deaarde de heerlijkheid van God. Dat bracht hen tot een godsdienstigheid die dagelijks voedsel werd.Zij drukten dat uit met plaatsen, dagen en dingen die afgezonderd werden en voorbehouden voor delof en dankbaarheid. Zij hieven de dingen uit boven hun zaak-waarde. Voor de oudtestamentischeverbondsmens was Gods aanwezigheid in de wereld evident. De dagen werden voor een bepaaldeherdenking voorbestemd. Het was een dag toegewijd aan God. De sabbat was rustdag om in deschepping en in de geschiedenis de bezig-zijnde verlossing te herdenken. Een dag om toch niet tevergeten wie God was, wie zijzelf waren en onder welke genadigheid hun leven verliep.Op deze joodse traditie van dag-duiding bouwde men na Jezus' heengaan voort. Voor de eerstechristenen was de verrijzenis-werkelijkheid zo belangrijk, dat de sabbat vervangen werd door devolgende dag. Zij namen de joodse traditie over en zonderden vanuit de verrijzenis opnieuw een dagaf voor de dienst van de Heer. Op die dag vierden zij, om de herinnering levendig te houden, degrote daden van God met Zijn volk. Zij deden het in de dienst van het woord en in een maaltijd,omdat daaraan de belofte van Gods voortdurende aanwezigheid verbonden was. Zo is gaandewegeen regelmatige praktijk ontstaan. Elke zondag werd een pasen in het klein.Toen zij de hun bekende wereld b...
90
0