R. Matheus: Het aards paradijs: mythe of symbool?Conferentie gebaseerd op C. Goethals: Het Aards Paradijs. Mythe of symbool? Dendermonde, 19931. Er ligt een sluier van geheimzinnigheid over het paradijsverhaal. Men vraagt zich vooral af waarin hetparadijs en de eerste zonde bestonden. Wat is de verhouding tussen deze zonde en de gevolgen die hetverhaal toeschrijft aan de zonde, nl. de innerlijke ontreddering van de mens, de verstoring van zijnverhouding tot God, en het lijden dat in de plaats treedt van het paradijselijk geluk. De katholiekebijbelgeleerden zijn unaniem over de historiciteit van een eerste zonde, maar niet over de aard van dieoerzonde . Men zegt dat het literair genre van het paradijsverhaal impliceert dat men er, buiten het feit dat deoerzonde heeft plaats gehad, er niets concreets uit afleiden kan omtrent de wijze waarop die heeft plaatsgehad. Nochtans geeft het verhaal een gedetailleerde beschrijving van die zonde, dus heeft de gewijdeschrijver aan een welbepaalde zonde gedacht.2. Ook over de tijd waarin het verhaal geschreven werd bestaat geen eenstemmigheid. Waarschijnlijk heefthet verhaal een zekere tijd als afzonderlijk document bestaan en kort na de ballingschap (538) werd hetopgenomen in het boek Genesis. Waar heeft de auteur de verhaalstof gevonden? De denkbeelden die hijgebruikt (paradijs met de stromen, levensboom, cherubs als bewakers, wentelend of vlammend zwaard) zijnouder dan het verhaal en waren in het Oosten bekend. Slechts 1 beeld is nieuw en nergens anders te vinden:de boom van kennis van goed en kwaad. De passage die het paradijs situeert aan de bron der 4 stromen iswaarschijnlijk een oudere traditie. Voor de rest is het verhaal uit één stuk. Het kan niet ingedeeld wordenvolgens verschillende bronnen.3. Hoewel het paradijsverhaal in de vroegste tijden opgesteld is, maken de oudste geschiedkundige boeken ergeen melding van. Het paradijsverhaal houdt immers geen verband met de geschiedenis van het Joods volk,maar met die van de geh...