LEBRETON JULES Marie Léon: LEVEN EN LEER VAN JEZUS CHRISTUSAntwerpen, 't Groeit, 1947, 2 vol, 451 & 512pp1. Zonde en bekeringBekering is de eerste voorwaarde om het Godsrijk te mogen betreden. Alle mensen zijn van God 'afgekeerd'en zijn zondaars. De zonde is niet een vergrijp tegen de menselijke waardigheid, zoals de Stoïcijnen en eenzekere nieuwe theologische school met hoge gezagsdragers het leert, maar een ongehoorzaamheid tegenGods wil. Het wezen der zonde ligt niet in haar afwijking van de ideale menselijkheid, maar in haartegenstelling met Gods heiligheid. De bekering bestaat in een rouwmoedige terugkeer tot Hem. Alle mensenzonder uitzondering zijn zondaars, ook zij die uiterlijk rechtvaardig zijn; zij blijven schuldenaars van God.Juist omdat ze dit niet willen erkennen, is hun gerechtigheid een gruwel in Gods ogen1. Daarom oefent Jezusde scherpste kritiek op deze zogenaamde rechtvaardigen. Jezus' leerlingen moeten dagelijks om vergevingbidden en hun medemensen vergeven omdat zijzelf een grote schuld hebben tegenover God. Zelfs wie meentalle geboden te hebben onderhouden, moet zich als een onbruikbare knecht beschouwen2.We vinden bij Jezus geen leer over de erfzonde en de begeerlijkheid. Wanneer Hij iemand 'boos' noemt, is ditin vergelijking met Gods goedheid. De voornaamste oorzaak van de zonde is Satan, die het woord Gods uitde harten wegrooft, het onkruid tussen het tarwe zaait, de leerlingen tot val zoekt te brengen en Judas alsinstrument gebruikt. Hij is de bekoorder bij uitstek, die zelfs Jezus tot ontrouw aan Zijn messiaanse zendingwou verleiden. God brengt de mens in bekoring, maar enkel om hem te beproeven3. Ook het vlees,ergernissen en de mammon kunnen de mens tot zonde brengen, maar de zondige daad komt alleen voort uitde wil van de mens4. Terwijl het Oude Testament geen onderscheiding maakt tussen de zedelijke en de rituelegerechtigheid en de farizeeën de uiterlijke daden praktisch als enige bron van gerechtigheid beschouwden,leert Jezus dat de oor...
128
0