Pater Lebbe: KRUISWEELDE, Chineesche vertellingen, Leuven, Xaveriana, 19301. DE GODSDIENST VAN DE VERGIFFENISDe christenen in China beminnen niet slechts elkaar en de anderen; zij beleven hun christendom tot in de hoog-ste hoogten en beminnen ook hun vijanden. De overwinning der verbonden legers op de Bokserbeweging boodeen prachtige gelegenheid tot daden van vergevingsgezindheid, die nog heldhaftiger waren dan de dood zelf.In het dorp Han-ts'oen werd een familie van 8 personen op de dag van de moord ter dood gebracht, behalve degrootvader en de grootmoeder, die zich naar Peking hadden begeven. Toen zij na de ramp hun hutje weer op-zochten, was dit leeg. De grootvader werd bijna gek van schrik en smart. Hollend liep hij door de dorpsstratenmet verwilderde ogen en zocht voortdurend naar zijn kinderen en kleinkinderen. De slag, die hij erdoor had ge-kregen was zo groot, dat hij tot aan zijn dood er een beven van overhield. Wat hij het afschuwelijkste vond enhem buiten zichzelf deed geraken, was dat de moordenaar van zijn familie een van zijn oud-leerlingen was (hijwas boksleraar geweest) met wie hij meer op had dan met alle anderen en aan wie hij veel goed had gedaan.Juist zijn hoedanigheid van goed bokser te zijn had het mogelijk gemaakt dat hij verheven werd tot de graadvan Chesiong (Hoofd der Boksers). De eerste slachtoffers die hij had doen vallen waren de kinderen en klein-kinderen van zijn oude meester.Zodra hij van de terugkeer der christenen hoorde, was hij gevlucht, in de mening, dat de eerste de beste, diehem tegen kwam, wel aan zijn eer verplicht was hem neer te slaan. Toen Pater Lebbe 5 maanden daarna in hetdorp was, kwam de catechist, het hoofd der christengemeente, bij hem: "Pater, ik heb onplezierig nieuws.Tchang-foe-t'ang (het hoofd der Boksers) heeft mij geschreven en vraagt weer toegelaten te worden in het dorp.Natuurlijk kan ik hem geen 'neen' antwoorden, want vooreerst hebben wij daartoe niet het recht, vervolgensheeft het toch geen pas ons te wrek...
96
0