GEEREBAERT VALEER: DE GOD-MENSCH, ZIJN LIJDEN EN ZEGEPRAALAntwerpen, Standaard-Boekhandel, 1939, 553pAfkortingen:Mt = Matteus; Mc = Marcus; Lc = Licas; Jo = JohannesS-B = H. Strack & P. Billerbeck, Kommentar zum Neuen Testament aus Talmud und Midrasch, 4 vol. 1922-1928Ant. = Flavius Josephus, Joodse Oudheden / Bell. = Joodse OorlogPG = Patrologia Graeca; PL = Patrologia Latina, ed. MigneVg = Vulgaat (Latijnse versie van de Bijbel)I. DE ZALVING TE BETHANIE (Mt 26,6-13; Mc 14,3-9; Jo 12,1-8)Christus heeft het ondankbare Galilea verlaten, waarheen Hij vóór zijn verrijzenis niet meer zal terugkeren.Ter gelegenheid van het loofhuttenfeest richt Hij een laatste maal zijn schreden naar Jeruzalem, die laatstereis zal eindigen op Calvarië. Omtrent die lange zwerftocht deelt Mc niets mee van al wat vóór de somberelijdensweek plaats greep, Mt zeer weinig, Lc daarentegen wijdt aan die reis 9 hoofdstukken (9,51-18); Jostipt enkele bijzonderheden aan van wat zich in die dagen in de onmiddellijke nabijheid der H. Stad afspeel-de. Toch is het een periode van grote bedrijvigheid in het openbaar leven van Christus. Wel plaatsen de evan-gelisten in die tijdruimte slechts weinig wonderen, doch het zijn van de schitterendste die het evangelie op-luisteren en zij maken buitengewone ophef: de genezing van de blinde bedelaar nabij Jericho en vooral deopwekking van Lazarus te Bethanië, een gebeurtenis die de geestdrift der menigte hemelhoog doet oplaaienen ook de haat van priesters en schriftgeleerden geweldig aanwakkert.Al was die reis niet gekenmerkt door talrijke mirakelen, het onderricht van de goddelijke Leraar was buiten-gewoon intens en uitermate treffend. Tot dit tijdstip behoort de aandoenlijke parabelen over Gods barmhar-tigheid: het verloren schaap, het verloren geldstuk, de verloren zoon. Het is alsof Christus, bij het naderenvan de snode misdaad, waarvan Hij het slachtoffer zal worden, er behoefte aan gevoelde het luid uit te roe-pen, dat er in zijn hart geen plaats is voor wro...
115
1