Kirchgässner: het onophoudelijk gesprekEEN WEDLOOP MET HINDERNISSENDe meeste gebeden die we verrichten, lijken op een hordenloop: telkens nieuwe verstrooiingen versperren deweg. Slechts zelden gelukt het ons vlot over de hindernissen heen te komen. Meestal blijven we hangen; westruikelen en bezeren ons. Velen geven het dan op.Men dient de verstrooidheden als beschikkingen van God te leren begrijpen. Zo ze niet vrijwillig zijn - watmaar zelden voorkomt - zijn ze werkelijk door God gewild. Het zich ergeren over de talrijke verstrooidhedenis niets anders dan gekrenkte trots, een weigering om zijn eigen zwakheid te aanvaarden. Men zou anderswillen zijn dan men in werkelijkheid is. God laat ons hier onze zwakheid kennen, ons onbestendig, wispelturigkarakter.De enige juiste houding en redding is dan zichzelf te verdragen, zijn ellendige toestand aan God te offeren.Wij moeten ons de verstrooiingen laten welgevallen zoals hoofdpijn. Wij mogen niet verwachten dat we hettot de volmaaktheid brengen. We hebben geen reden om te geloven dat God van ons het volmaakte gebedverlangt. Hij kent toch onze zwakheid; zo en niet anders heeft Hij ons geschapen. Een verstrooid gebed isgeen slecht gebed. Het is God niet minder welgevallig dan het zeer aandachtige bidden. Het is dus verkeerdhet gebed af te breken of geheel achterwege te laten omdat men er door velerlei gedachten wordt gekweld.God beproeft ons door de verstrooidheden; Hij brengt aldus aan het licht of wij in het gebed onszelf zoeken ofHem. Wie volhardt in het gebed, zonder er "zijn onkosten weer uit te willen halen", die zoekt God. Wie zichdoor zijn moeilijkheden van het gebed laat afbrengen, levert het bewijs dat het bij hem om iets anders gaat danom God: hij zou zijn voordeel willen doen met de aan God toegewijde tijd, en hij zou de winst met interest enal op staande voet in handen willen krijgen.Wij dienen geheel belangeloos en zonder verzekering, eenvoudigweg onze kracht en onze tijd aan God teschenken. De jacht op vrome g...
66
0