II. Humanae Vitae en de rede: de natuurwetDe encycliek beroept zich herhaaldelijk op de natuurwet of verwijst ernaar1. Wordt het gezag van deuitspraak vrij algemeen geloochend, het begrip van natuurwet dat in de encycliek uitgedrukt ligt, wordteven algemeen en vierkant tegengesproken. Wat de beschouwingen betreft, is het op dit punt, dat deencycliek het meest is aangevochten, zodat men heeft kunnen zeggen: „Wij moeten scherp genoeg dur-ven stellen dat dààr (nl. waar de encycliek het natuurbegrip hanteert) de wegen zich scheiden2.De afwijzingen van de encycliek op dit punt komen hierop neer: de begrippen natuur en natuurwet ko-men niet uit de openbaring; ze zijn zelfs van heidens wijsgerige oorsprong; ze duiken eerst op in demiddeleeuwen; de natuur is grotendeels een onontsluierd geheim; de bedoelde begrippen komen nietovereen met de moderne wetenschap; ze zijn verouderd en niet meer aanvaardbaar voor de mens vanonze eeuw; ze beschouwen slechts een deel van de natuur en dan nog niet eens het belangrijkste. Overde bewering dat zulke natuurwet gans ten onrechte de fysiologische wetten (of wetten van de natuurlij-ke, lichamelijke verrichtingen en verschijnselen) neemt als maatstaf voor zedelijke verplichtingen, zul-len we verder nog afzonderlijk uitweiden3.1 „Geen gelovig mens zal willen ontkennen dat de uitleg van de natuurwet aan het kerkelijk leergezag toekomt” (nr. 4); „...van heel de zedenwet d.w.z. niet alleen van de evangelische wet, maar ook van de natuurwet” (nr. 4); ,,…volgens de wettendie in de natuur zelf van de man en de vrouw staan geschreven” (nr. 12); ,,Wanneer men... al is het maar gedeeltelijk de be-tekenis en de doelstelling eraan (nl. aan de huwelijksdaad) ontneemt, gaat men in tegen de natuur van de man en de vrouw”(nr. 13); ,,... gebruiken... die tegen de natuurlijke en goddelijke wet ingaan” (nr. 23); „... wetten die door de hoogste God inde natuur (nl. van de mens) zijn geschreven” (nr. 31). Hiertoe kan men ook rekenen uitdrukkingen als deze: „He...
83
0