1 Maccabeeën I en 61 Maccabeeën 110. Zij stelden allen de kroon op hun hoofd, na zijn dood: Hier mogen we niet verstaan dat al die hovelingen ofveldheren inderdaad het koninklijk gezag gevoerd en elk een koninklijk stamhuis gesticht hebben. We wetenstellig dat die veldheren lange jaren onder elkaar gevochten hebben, totdat er eindelijk 4 bepaald de overhandkregen, en rijkstichters geworden zijn: Seleucus in Syrië, Ptolemeus in Egypte, Lysimachus in Thracië enCassander in Macedonië. Daniël voorzegt die verdeling 8,8 en 11,4. Onze schrijver, zonder dit tegen te spreken,laat hier alle bijzonderheden weg en met een paar woorden gaat haastig over een tijdvak van 150 j. vanAlexanders dood tot aan de regering van Antiochus.De kwalen werden overgroot: door de onderlinge oorlogen van deze koningen en het harde juk dat zij op hunonderdanen deden wegen.11. Antiochos Epiphanies of de Doorluchtige: zie de naamlijst der Syrische koningen in de inleiding. Die alsgijzelaar te Rome geweest was, gezonden door zijn vader, krachtens het vredeverdrag van Magnesia (189 BC)In het jaar 137 van de heerschappij der Grieken d.i. van de tijdrekening der Seleuciden (koninklijk stamhuisvan Syrië). Die tijdrekening begint met de herfst, of omtrent 1.10.312 BC. Dit jaar 137 was ook het jaar dat liepvan Oct 176 tot Oct 175 BC. Maar om de tijdsaangaven van 2 Mc met de tijdrekening van 1 Mc best te doenovereenstemmen, wordt door het meeste deel der uitleggers aanvaard dat de opsteller van 1 Mc, schrijvendevoor de Joden van Palestina en in het Hebreeuws, de jaren begint naar de gewoonte der Joden, met de maandNisan, dus niet de lente in plaats van de herfst, en wel met de voorgaande lente; zodat hij 6 maanden tevoren isbij de Syriërs. Zie inleiding. Dus is het jaar 137 = lente 176 — lente 175 BC.12. In die dagen: in het begin van Antiochus' bestuur. Vgl. met v.12-16, 2 Mc 4,7-17.14. Namen een besluit, LXX: waren volvaardig, namen op zich van tot de koning te gaan. Het recht, de wetten,in het bijzonder...