Geschiedenis van onze Geloofsbelijdenis1Het concilie van Nicaea had plaats van 14.6 tot 25.8.325. Keizer Constantijn vond dat kerkelijke aangelegen-heden keizerlijke aangelegenheden waren. Dus het concilie werd door hem samengeroepen en vond plaats inhet keizerlijk paleis van Nicaea. Hij opende het concilie, kwam regelmatig tussen. Op de laatste dag gaf hijeen slotbanket voor alle deelnemers.Er waren toen twee theologische scholen: één in Alexandrië (Egypte), één in Antiochië (Syrië). Rond 200ontstond in Alexandrië een echte theologische academie. Ze stond open voor het Griekse denken en brachtdat in de theologische uiteenzettingen binnen. Op het einde van de derde eeuw kwam in Antiochië een ande-re school tot stand. De bijbelstudie was er de basis van de theologie. Men had er vooral aandacht voor de let-terlijke betekenis.In Alexandrië liep men hoog op met het platonisme. Er is de wereld waarin we leven en er is een wereld vanideeën, een hogere, geestelijke wereld. In de filosofie proberen we hoogte te krijgen van de wereld der idee-ën. Als je van daaruit naar Christus kijkt, heb je natuurlijk oog voor zijn mensheid en voor zijn goddelijk-heid. De dimensie van zijn Godheid is voor de Alexandrijnen heel belangrijk. Daardoor deelt hij in het wezenvan zijn Vader, zeggen ze. Het is Origines (+ 254) die daarvoor de Griekse term homo-ousios bedacht, endaarmee stelde dat de Vader en de Zoon wezensgelijk zijn.In Antiochië is Lucianos, de stichter van de theologische school, niet veel bezig met wat hij noemt specula-ties over ongrijpbare dingen. Zijn bijbellezing brengt hem heel concreet hij het mens-zijn van Christus. Datwil hij vooral tot zijn recht laten komen. In het christelijk denken was er een Godsbeeld binnengeslopen, dathelemaal door het Griekse denken beïnvloed was; God zou niet door uiterlijke prikkels of door innerlijkeemoties beïnvloedbaar zijn. Hij kan eigenlijk door niemand of niets verstoord worden. Hoe zou nu Jezus, diein het evangelie wel emotioneel is beï...
49
0