Martin van Zutphen: Ik was ziek en gij hebt mij bezocht Jota 16 (1993) 28-37De zorg voor de zieke heeft in Christus‘ leven een grote plaats heeft ingenomen. De genezing van zieken iséén der tekenen voor het aanbreken van de messiaanse tijd (Is 29,18v; Mt 10,4-6). Christus gaf daarbij devoorkeur aan de handoplegging of eventuele aanraking van het zieke orgaan. Christus gaf de apostelen nietde opdracht de zieken te zalven, maar om zijn werk voor de zieken voort te zetten: 'Gaat uit over de helewereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping... deze tekenen zullen de gelovigen vergezellen: inmijn naam zullen ze duivels uitdrijven, nieuwe talen spreken... en als ze aan de zieken de handen opleggen,zullen dezen genezen zijn' (Mc 16,15.17v).Bij de zorg voor de zieken heeft olie altijd een belangrijke rol gespeeld, zoals olie in het leven van mensenop zeer uiteenlopende manieren gebruikt werd. De toepassing met de genezende werking springt daarbij hetmeest in het oog. Als deze toepassing van de olie gepaard gaat met het aanroepen van 'de naam van de Heer',zoals in Jak 5,14 expliciet vermeld wordt, zijn we beland in de 1e ontwikkelingsfase van het christelijkoliesel.Eerste 8 eeuwen: De christelijke waarde van de zalving, zijn genezende werking, wordt vooral gebaseerd opde zegening ervan. Het is dan niet verwonderlijk dat de oudste teksten waarin sprake is van zalving vanzieken, liturgische teksten zijn en zegeningsteksten van de olie. In de 1e 8 eeuwen wordt vooral aandachtbesteed aan de zegening van de olie, niet zozeer aan de toediening. Allereerst moet dan vermeld worden deTraditio Apostolica van Hippolyt uit het begin van de 3e eeuw: `(De oblatione olei) Si quis oleum offert,secundum panis oblationem en ulni, et non ad sermonem dicat sed simili uirtute, gratins referat dicens: Utoleum hoc sanctificans das, d(eu)s, sanitatem utentibus et percipientibus, unde uncxisti reges, sacerdotes etprofetas, sic et omnibus gustantib(us) confortationem et sanitatem utentibus...