DEEL IV. HET JAAR 301. DE POLITIEKE TOESTANDWe beginnen het oude Palestina stilaan beter te kennen. We trokken door het land, bekeken deIsraëlitische mens en zijn leven in enger en breder kring. Nu kunnen we de historische toestanden, zoalszij geëvolueerd waren op het tijdstip dat ons interesseert, het jaar 30, onder ogenschouw nemen. Met hetoog op het evangelie zijn vooral de politieke, religieuze en culturele situaties van belang; we zullendaarbij telkens een kleine terugblik werpen op het verleden.Het begrip 'politiek' was vreemd aan de joden, wat echter niet belet dat er een feitelijke situatie wasdie we 'de politieke toestand' noemen. We verstaan daaronder de aardse, tijdelijke machtsposities,binnen- en buitenlandse. Na een historisch overzicht bespreken we eerst de officiële instanties: hetsanhedrin, Herodes Antipas en de landvoogd Pilatus. Daarna beschrijven we de verhoudingen onder hetvolk, dat verdeeld en ontevreden was, hoewel de joden, rekening gehouden met de ontwikkeling van hetwereldgebeuren, geen reden tot klagen hadden.1. Historisch overzicht1. Griekse periode. De voorgeschiedenis der politieke toestanden in Palestina in Jezus' tijd begintbij het optreden van 's werelds geniaalste generaal, Alexander de Grote. Deze jonge Macedoniëroverwon in een Blitz-Krieg het ganse Nabije Oosten, bezield met de droom de wereld één te maken. Bijzijn vroegtijdige dood werd zijn rijk in 4 delen verdeeld (323 v. Chr.). Zijn opvolgers, de Diadochen,vestigden blijvende maar onderlinge naijverige dynastieën. Palestina kwam onder de Ptolemeeën(Egypte) maar werd gedurende een eeuw betwist tussen hen en de Seleukieden (Antiochië), tot dezelaatsten eindelijk het overwicht behaalden (198 v. Chr.) toen Antíochus III Ptolomeüs V versloeg.2. Seleukieden. Eens heer en meester begonnen de Seleukieden hun ideaal van hellenisatie ook inPalestina in praktijk te brengen; ze schaften de sabbat en de besnijdenis af en vervingen de eredienst inde tempel door heidense plechtigheden. Onder ...
57
1