Het Openbaar Leven van Jezus Christus (III)24. DE KEUZE DER TWAALF APOSTELENMt.10,1-4; Mk.3,13-19; Lk.6,12-16Mt.10,1 "En toen Hij Zijntwaalf leerlingen bijeen hadgeroepen, gaf hij hun demacht, om de onreine geestenuit te drijven, en alle ziektenen kwalen te genezen".Mk.3,13-15 "Vervolgens besteeg Hij deberg en riep hen, die hij zelf wilde; enze kwamen bij Hem. En twaalf steldeHij er aan, om bij Hem te blijven, enom hen ter prediking uit te zenden, metde macht, om duivels uit te drijven".Lk.6,12-13 In die dagen ging Hij hetgebergte in, om te bidden, en bracht erde nacht door in het gebed tot God.Toen de dag aanbrak, riep Hij Zijnleerlingen bijeen, en koos er twaalf vanhen uit, die Hij apostelen noemde":Jezus' enige organisatiedaden waren de keus der apostelen en de instelling der sacramenten. De apostelenmoesten het overige doen. Hij is de zaaier en laat aan anderen de vreugde van het oogsten over. Ook de kerkhad haar wordingsperiode. Hij kan Zijn stichting boven die zwakheid verheffen, maar eerbiedigt de menselijkenatuur. Waar alleen God ingrijpt zien we de stempel der goddelijke volmaaktheden; waar de mens meewerkttreffen we onvermijdelijk sporen aan van de zwakheid van het geschapene. In de kerk is een goddelijk en eenmenselijk element. Het eerste is als de ziel die de levenskracht verzekert en is even volmaakt in het ontkie -mend mosterdzaadje als in de machtige eik. Het menselijk element is vatbaar voor ontwikkeling en vervolma-king. God is gewoon elk schepsel volgens zijn natuur te behandelen. Daarom bakent Jezus slechts de grote lij-nen van Zijn werk af en laat wat van minder belang is aan de menselijke ondernemingsgeest.Dankzij Zijn rusteloos rondreizen en onvermoeid arbeiden had de nieuwe Profeet geheel Palestina in bewe-ging gebracht. Overal sprak men over Hem. Vanuit alle plaatsen snelden nieuwsgierigen toe om Hem te zienen te horen. Waar Hij Zich ook ophield verdrongen de scharen zich rondom Hem. Het volk zocht naar geeste-lijk voedsel. Door hun formalism...