Wat de profeet Isaïas voorspeldeBron: (Eyckeler J.-Wevers S: Uit de geschiedenis van het oude Israël naar de gegevens van de H. Schrift,de aardrijkskunde, de archeologie en de profane geschiedenis, vol 2, Haarlem, De Spaarnestad, 1938, 164p)De internationale toestand werd steeds ernstiger. Assyrië klopte met aandrang aan de grens der Westelijkestaten. In Damascus, Fenicië, Israël, Juda dook men angstig in elkaar. Eerst probeerde men metvriendelijkheid en onderdanigheid de geweldenaar tegemoet te treden. Menahem van Israël en Resin vanDamascus trokken nederig de koning van Assyrië, Teglatphalassar, tegemoet, brachten hem hun verplichtehulde en boden hem zulke rijke geschenken aan, dat zij hun eigen volk met belastingen moesten overladen.Teglatphalassar aanvaardde de geschenken en zag er verder van af staten te veroveren die zich vrijwillig zoonderdanig toonden. Maar in Israël was het volk ontevreden over dat zwak optreden van Menahem datzoveel geldelijke offers noodzakelijk maakte.Menahem's zoon en opvolger, Faceia, werd dan ook na een korte regering van de troon gestoten enopgevolgd door Facee die een politiek van weerstand tegen Assyrië voeren wou. Resin van Damascus wasdezelfde gedachte toegedaan. Maar het sprak vanzelf dat, wilden de klein-staten Assyrië weerstaan, zij hetonder elkaar eens moesten zijn en gezamenlijk ten oorlog trekken. Resin van Damascus en Facee van Israëldeden daarom moeite om Joatham van Juda voor dezelfde politiek te winnen. Joatham, die het Assyrischegevaar minder voelde, omdat hij nog altijd kon schuilgaan achter Damascus en Israël, wou zijn land nietwagen aan de ongelijke strijd.Toen Joatham stierf en opgevolgd werd door zijn jeugdige zoon Achaz, meenden Resin en Facee deze jongekoning tot meedoen te kunnen dwingen. Doch ook Achaz wou niet meedoen in de politiek tegen Assyrië.Damascus en Israël profiteerden dan van een ogenblik rust met Assyrië om tegen Jeruzalem op te trekken enAchaz af te zetten. Indien men in Jeruzalem een koning op de...
91
0