III. Humanae Vitae en het geweten: de verplichtingWat is het geweten?Opvallend is, dat in de Evangeliën het geweten niet vernoemd wordt. Onze Heer spreekt wel over dewet, de geboden, het oordeel na dit leven, maar niet over het geweten. Indien het geweten een eigenbevoegdheid of een eigen recht bezat, zou Hij het ons zeker gezegd hebben.Het geweten, kan in geen geval een eigen oordeel zijn over de wet van God, een oordeel dat zichstelt boven, of tegenover, of naast de wet van God. Als God een wet gegeven heeft, betekent dit datHij de mens na dit leven volgens die wet zal oordelen, in zover hij Gods wet kende of moest kennen.Het enige wat de mens te doen staat tegenover Gods wet is, deze te aanvaarden zoals ze is. Het ge-weten kan niets anders zijn dan dat. Het is het weten: God verbiedt of gebiedt deze bepaalde hande-ling. Als iemand die kennis heeft over zijn daad, weet hij wat goed is en wat slecht is. Dan zal hijook nog nadien zijn eigen handeling volgens dat weten goed of slecht noemen, want hij heeft het ge-weten wat God wilde.Als de mens zich een oordeel vormt dat afwijkt van Gods wet, is dit oordeel geen geweten maar ver-gissing, of toch minstens gebrek. We hebben boven gezien, dat dit zonder de bovennatuurlijke open-baring zeer goed mogelijk is, vermits de natuurwet voor het verduisterd inzicht van de mens duisteren onzeker is. De Aartsvaders hebben zelfs voor natuurwet genomen wat ze in haar volmaaktheidniet is. Nochtans als de mens buiten zijn schuld niets anders heeft dan zulk verkeerd oordeel om erzich naar te richten, en het zich aan hem voordoet als Gods wil, is het voor hem ook inderdaad Godswil en moet hij deze volgen. Dit is niet een noodoplossing voor een geval waar we geen blijf meeweten. Integendeel, we moeten zeggen: als zulke vergissing zich voordoet zonder de schuld van demens, moet ze aan God toegeschreven worden, minstens omdat Hij het toelaat, zoals we dat gewoon-lijk uitdrukken. Hij heeft daartoe redenen die wij nu niet kunnen kennen. Had ...
73
0